Een witte wereld vanmorgen, alles zit onder een witte rijplaag, “ruige rijp”:
Op internet lees ik: bij mist zweven de fijne waterdruppeltjes in de lucht. Daalt de temperatuur onder nul, dan raken die waterdruppeltjes onderkoeld. Ze bevriezen zodra ze ergens tegenaan botsen. In dat geval spreken de weerkundigen van ruige rijp. Deze vorm van neerslag komt minder vaak voor dan rijp doordat daarvoor behalve vorst ook mist nodig is. Het komt wel op uitgebreidere schaal voor dan rijp en kan de natuur een sprookjesachtig aanzien geven. Wanneer de mist zich geruime tijd weet te handhaven en de temperatuur onder het vriespunt blijft, kan de ruige rijp tot een laagje van enkele centimeters aangroeien. De aangroeiing gaat tegen de richting van de wind in. Bij lichte nevel en geringe wind worden naalden gevormd.
Tijdens het voeren van de tuinvogels kwam ineens een grote bonte specht voorbij… wat een mazzel dat ik de camera om mijn nek had. In slow motion heb ik een foto gemaakt in de hoop dat ‘ie niet bij de minst of geringste beweging er vandoor ging.
Er waren opvallend veel vogeltjes vanmorgen: geelgorsjes, koolmezen, pimpelmezen, mussen, eksters, tortelduiven, merel en roodborst heb ik gezien. Maar deze specht vind ik toch wel het allermooist…