Net als vorig jaar rond deze tijd zijn er nog steeds huiszwaluwen hun jongen aan het voeren. Naar verwachting vliegen ze in oktober uit voor hun grote reis naar Afrika.
Op de website van de Vogelbescherming lees ik dat de huiszwaluw op de zogenaamde “rode lijst” staat. De huiszwaluw heeft daarbij de code “GE” gekregen, dat betekent:
Gevoelige soorten Soorten die stabiel of toegenomen zijn en zeer zeldzaam zijn en soorten die sterk tot zeer sterk zijn afgenomen en algemeen zijn.
In dit geval denk ik dat de huiszwaluw bij de eerste categorie hoort want ze zijn alleen al hier in de buurt in grote hoeveelheden aanwezig! Als je nagaat dat wij dit seizoen drie nesten aan ons huis hebben, die alledrie zeker twee keer jongen hebben voortgebracht, dan is deze soort toch niet aan het afnemen? Stel dat ze per nest 4 jongen hadden, dat is dus al zo’n 24 jongen alleen al bij óns huis. Ook wel te zien aan al die poep! Daar moeten we volgend jaar iets op verzinnen. Toevallig zag ik net hoe dat gaat: het jong keert zich om en in plaats van het koppie zie je dan het kontje en dan floept “het” er zó uit…. Maar die jonkies zijn erg schattig, dat wel 🙂
Hier in Nederland zag ik dit jaar veel witjes en ik hoopte in Frankrijk wat meer andere soorten te zien. Maar ook daar vlogen in hoofdzaak witjes. Toch zag ik een paar andere vlinders. Het waren er slechts drie, maar twee van de drie vlinders die ik in Frankrijk zag had ik nog nooit eerder gezien. Dus die zijn een mooie aanvulling op mijn “vlinderalbum“. De eerste was een “Staartblauwtje” (Cupido arcades). Ik wist dit eerst niet, maar na wat speurwerk kwam ik daar achter. Toen bleek dat dit vlindertje in diezelfde periode in Maastricht een paar keer gezien was, wat een bijzonderheid was want het vlindertje was al 80 jaar uit Nederland verdwenen! (Zie:http://www.natuurbericht.nl/?id=6572). Erg leuk dat ik ‘m in Frankrijk per ongeluk tegen kwam:
Het volgende vlindertje was een Citroenvlinder (Gonepteryx rhamni), dit is een algemene standvlinder die verspreid over heel Europa voor komt:
Tot slot nog een soort die hoort tot de overdag vliegende nachtvlinders, de “Spaanse vlag” (Euplagia quadripunctaria):
De Spaanse vlag valt onder de “Habitatregeling”:een richtlijn van de Europese Unie waarin aangegeven wordt welke soorten en welke typen natuurgebieden (als leefgebieden voor soorten, habitats) beschermd moeten worden door de lidstaten. Toch ook een leuke waarneming!
Zaterdagmorgen kwamen we tijdens de excursie slechts een paar vlinders tegen:
Dit is de mannelijke vorm van het landkaartje,
en dit is het vrouwtje.
Een klein koolwitje
en een icarusblauwtje.
In het volgende bericht volgen de libellen.
Wat betreft de vlindertelling dit weekend, zoals ik al had verwacht was dat bijzonder slecht. Vandaag tijdens het “telkwartiertje” geen enkele vlinder gezien!!
Gisteren telde ik er slechts vijf. Maar bovenstaande vlinders waren prachtig om te zien.