Vandaag heb ik mijn 200e vogelsoort vast kunnen leggen. Het was ook nog eens een hele bijzondere, namelijk de zeer zeldzame ringsnaveleend.
Al een paar dagen werd deze gemeld in Appingedam. Maar het lukte mij nog niet er heen te rijden. Vandaag wel en omdat de eend bij mijn vertrek van huis nog niet gemeld was voor deze dag, bleef het onderweg spannend of ik hem nog zou aantreffen. Gelukkig zat hij nog mooi te dobberen in de aangegeven plas. Wát een prachtige eend om te zien, vooral die snavel dan. Voor de rest lijkt hij erg veel op een kuifeend. Hij zwom tussen de meerkoeten, die hem eigenlijk best veel zaten op te jagen. Maar hij trok zich er niet echt iets van aan.
Als je leest dat deze bijzondere eendensoort broedt in Noord-Amerika, overwintert zuidelijker tot Zuid-Mexico, Caribische eilanden en soms Panama, dan krijg je de kriebels als je zo’n soort redelijk in de buurt hebt zitten. Voor mij een kleine drie kwartier rijden. Ik cross niet het hele land door voor een vogel, maar dit is wel te doen 😉 Na wat ronddobberen begon hij zich te wassen:
En weer lekker uitschudden:
Daarna was de show over en stak hij z’n snavel weer tussen de veren. Ondertussen hield hij met 1 oog de meerkoeten in de gaten die veel om hem heen bleven zwemmen.
Toen ik naar de auto wilde lopen hoorde ik ineens een gekrijs van meeuwen, niet normaal. Omdat ik voor een bepaalde soort kwam kijken had ik niet zo gelet op de overige vogels. Best dom natuurlijk, maar ja. De meeuwen waren natuurlijk de hele tijd wel in de buurt.
Maar het had een oorzaak: het meeuwenvrouwtje kwam brood brengen!
Ook leuk was een meerkoet op het ijs. Hij dronk wat water en er loopt nog net wat uit z’n bek. Zo zie je de in verhouding erg grote poten van deze vogel goed:
Zo was het even een paar uur genieten op deze zonnige Valentijnsdag!