Het woord ‘schier’ heeft in Groningen en Drenthe de betekenis ‘mooi’. We zeggen dan: ‘t is schier weer, etc. Wij waren vorige week óp Schier, het eiland Schiermonnikoog. Grappig dat het wordt afgekort als Schier, want schier is het zeker, naar onze begrippen.
Maar de naam Schiermonnikoog heeft een andere betekenis. Hierin betekent het woord schier ‘grijs’. De grijze pij van een monnik want die woonden vroeger op het eiland. ‘Oog’ betekent ‘eiland’ en daarmee is de cirkel rond.
Wij gaan graag naar de Waddeneilanden. Schiermonnikoog is het kleinste eiland, net als Vlieland autovrij. Dat brengt meteen een stuk rust met zich mee. Alhoewel het er behoorlijk druk kan zijn want ook Duitsers gaan graag naar onze eilanden. Er is maar 1 dorp met 1 supermarkt, genoeg hotels en eetgelegenheden. Veel natuur en via de fietspaden kom je overal. Ons eerste hotel lag helemaal in het buitengebied, dicht bij de Noordzee. Elke dag na het ontbijt gingen we op de fiets kijken naar vogels, regelmatig ook bij de Westerplas in de vogelhut.
Vanuit de hut had je een mooi uitzicht over de plas en op de vuurtoren. Regelmatig zagen we deze jonge havik vliegen en hier ging die net even op een tak zitten:
We zagen heel veel eenden, zoals deze mooie pijlstaart:
en verder nog smienten, slobeenden en veel ganzen zoals grauwe ganzen, heel veel brandganzen (deze heeft een wittere kop dan de grote Canadese gans):
en rotganzen (zwarte kop met licht streepje):
maar het mooist van alles: roodhalsganzen. Deze soort is zeldzaam in ons land. Ze broeden op de toendra’s in Siberië en trekken naar West-Europa om te overwinteren. In Nederland komen altijd maar een klein aantal roodhalsganzen aan land. Dus áls je ze al ziet, dan zijn het meestal hooguit 2 of 3. Groot was mijn verbazing toen ik door de kijker een grote groep roodhalsganzen zag vliegen bij de Westerplas. Gauw de camera gepakt en deze foto kunnen maken:
Ik hoorde later dat het uniek was, want het was één van de grootste groepen ooit in ons land gezien! Een hele leuke waarneming dus!
Bij de Westerplas broeden sinds een jaar of 17 ook kleine zilverreigers. Opvallend door hun gele tenen, een stuk kleiner dan de grote zilverreiger. Verder hebben ze een zwarte snavel (de grote heeft een gele snavel):
Blauwe reigers zien we overal, maar ook deze soort kan er best mooi uitzien:
Bij de jachthaven zagen we een steenloper:
en, naar ik hoop, een oeverpieper (ben er nog niet zeker van):
Wordt vervolgd!